Paardenhorzels | Een paardenhorzel is een grote, dik behaarde, niet stekende
vlieg. De wijfjes leggen eieren zo groot als speldenknopjes op het paard. De
larven komen uit in het lichaam van het paard. |
Palomino | Goudbruine vacht met witten manen en staart. |
Part-bred | Halfbloed |
Passage | Dit is een hogeschool-gang; een zeer ritmische, verzamelde,
verheven en gecadanceerde draf. De gang kenmerkt zich door een zeer duidelijke
verzameling van de achterhand, een zeer ver doorbuigen van knieën en
spronggewrichten, en een sierlijke, elastische draf. |
Peesklap | Kneuzingen of scheuringen van pezen, tijdens zwaar race werk,
die worden gevolgd door peesontsteking. Dit komt dan ook veel bij race- en
jachtpaarden voor. |
Pelham | Een bit met hefboomwerking. |
Piaffe | Een zeer verzamelde en verheven drafbeweging op de plaats, die
bij de hogere dressuur en in de hogeschool gevraagd wordt. De rug van het paard
moet soepel en verend zijn en het paard moet diep doorbuigen in de
spronggewrichten. |
Pirouette | Wending van de achterhand in galop. |
Pliohippus | De eerste eentenige voorouder van het paard, die 10 miljoen
jaar geleden leefde. |
Polo | Een ruiterspel met bal en stick voor teams van vier spelers.
Polo ontstond waarschijnlijk in Perzië, maar werd overal in het Oosten gespeeld,
vooral in China en India. |
Pony | Elk ras dat van het Equus Caballus afstamt, met een stokmaat
onder 1.48 m. |
Praam | Een stok met aan het uiteinde een lus van touw. De lus wordt
over de bovenlip van het paard geschoven en zachtjes gedraaid tot de lip er
stevig tussen zit. De praam wordt gebruikt om een paard in toom te houden
tijdens bepaalde handelingen, zoals bijvoorbeeld scheren. |
Promoveren | Het overgaan naar een hogere klasse bij de dressuur. Je moet
daarvoor een bepaald aantal winstpunten halen. |
Punten | Uiterlijke kenmerken van een paard op basis waarvan zijn
exterieur beoordeeld wordt; of een term die betrekking heeft op de kleur van de
manen, staart en onderbenen van een paard. |