Paardenrassen

Akhal-Teke










De Akhal-Teke, 'Ahalteke' in het Turkmeens, paardenras is een ras van paarden uit Turkmenistan, waar ze het nationale embleem zijn. Ze staan bekend om hun snelheid en uithoudingsvermogen. Deze "gouden paarden" zijn aangepast aan verschillende klimaatsomstandigheden, en er wordt vermoed dat ze een van de oudste overlevende paardenrassen zijn. Er zijn momenteel ongeveer 3,500 Akhal-Tekes in de wereld, vooral in Turkmenistan en Rusland. Verder worden ze gevonden in Duitsland en de Verenigde Staten.

De Akhal-Teke is meestal tussen de 143 en 163 centimeter. De paarden hebben meestal een bleekgouden kleur, vergelijkbaar met buckskin. Ze kunnen ook bruin, zwart of grijs zijn. De Akhal-Teke’s meest noemenswaardige kenmerk is de natuurlijke metaalachtige glans van zijn vacht. Dit wordt vooral gezien bij de palomino en bucksin kleuren. Er wordt vermoed dat dit kleurpatroon diende als camouflage in de woestijn.

De Akhal-Teke heeft een dun hoofd met lange oren. Hij heeft ook amandelvormige ogen. De manen en staart zijn normaal schaars. Hun lange rug is licht gespierd. De Akhal-Teke beschikt over een dunne huid, en sterke benen. Ze hebben een slank lichaam met een diepe borst.

De Akhal-Teke heeft een goed uithoudingsvermogen, wat in 1935 werd bevestigd toen een groep Turkmeense ruiters een afstand van 2500 mijl van Asjchabad naar Moskou aflegden in 84 dagen, waaronder een stuk van drie dagen door de woestijn zonder water. Verder staat de Akhal-Teke bekend als een goed springpaard.

Volgens sommigen werden de Akhal-Teke’s jarenlang verborgen gehouden door stamleden. Het gebied waar het ras voor het eerst werd gezien, de Turkmeense woestijn Karakum, is een rotsachtige platte woestijn omgeven door bergen. Anderen beweren echter dat de paarden afstammelingen zijn van paarden die door Mongoolse ruiters werden gebruikt in de 13e en 14e eeuw.

Het ras vertoond sterke overeen komsten met het nu uitgestorven Turkmeense paard. Sommige historici geloven dat de twee van hetzelfde paardenras afstammen. Er bestaan twijfels of de Arabieren voorouders of nakomelingen zijn van de Akhal-Teke. Er zijn ook theorieën dat alle “warmbloedige” rassen, de Arabieren, Turkmeense paarden, Akhal-Teke en berber allemaal van een gezamenlijk ras afstammen.

Stamleden uit Turkmenistan gebruikten de paarden het eerst als rijdier. Ze werden selectief gefokt. De paarden werden "Argamaks" genoemd door de Russen, en werden gekoesterd door nomaden.

In 1881 werd Turkmenistan onderdeel van het Russische Rijk. De stammen vochten met de tsaar, maar verloren. De generaal Kuropatkin richtte een fokboerderij op na de oorlog om de paarden die hij de stamleden had zien gebruikten te fokken. Hij hernoemde het ras "Akhal-Tekes," naar de Teke Turkmeense stam die vlak bij de Akhal oase woonde. De Russen brachten het eerste fokboek over het ras uit in 1941.

De Akhal-Teke heeft invloed gehad op vele andere rassen, mogelijk inclusief de Engelse volbloed. De Trakehner is ook beïnvloed door de Akhal-Teke.

Het ras kreeg het zwaar te verduren toen de Sovjet-Unie paarden liet afslachten voor de vleesindustrie, ook al weigerden lokale Turkmenen om het te eten. Op een bepaald moment bleven slechts 1,250 paarden over, en werd export naar buiten de Sovjet-Unie verboden. De overheid van Turkmenistan gebruikt de paarden nu als diplomatieke cadeaus en voor veilingen om geld in te zamelen voor verbeterde fokprogramma’s.