Paardenrassen

Andalusiër











De Andalusiër, ook wel PRE (Pura Raza Española) genoemd, wordt al eeuwen in Spanje gefokt. Dit paard is door z'n uiterlijk een vaak geziene gast in shows en spektakels. Er gaat heel wat discussie over de oorsprong van dit paard, en er doen ook heel wat misverstanden de ronde ook. Het eerste en grootste misverstand over dit ras is, is dat het voorkomt uit het Arabische paard. In de PRE komt geen of weinig Arabisch bloed voor.

Het tweede misverstand is, dat het ras afkomstig zou zijn van een Abdij van Kartuizers, die dit ras in de 15e eeuw gefokt zouden hebben, en het raszuiver hebben gehouden.

De Andalusiër is afkomstig van de originele primitieve Spaanse paarden of Sorraia-paarden (die veel kenmerken hebben van een Tarpan). Spanje is langere tijd bezet geweest door de Moren, dit heeft ook invloed gehad op de paardenfokkerij. De Berberpaarden (dus niet te verwarren met Arabische paarden) liggen mee aan de oorsprong van het hedendaagse Spaanse paard. De zuiverheid van het ras is mede te "danken" aan het exportverbod dat Spanje was opgelegd (door de paardenpest) en dat pas sinds 1992 opgeheven is.

Het enige stamboek voor de PRE wordt in Spanje bijgehouden door het ANCCE.

Dit edele ras, in klasse enkel overtroffen door de Arabier (qua zuivere bloedlijnen) wordt gekenmerkt door zijn vaak zijdeachtige, zilverwitte, lange manen en laag ingeplante volle staart. Ze zijn meestal gemakkelijk te verzamelen door hun lichaamsbouw, een korte rug, een korte, sterke hals en een goed gespierde achterhand. Andalusiërs hebben een fijn, lang hoofd, een lichte ramsneus en het voorhoofd is eerder plat. Ze hebben ronde, zachte en intelligente ogen. De meest voorkomende kleur is schimmel, maar ook zwart, bruin en vos komen voor. De schimmels worden wel witter, naarmate het paard ouder wordt.

Men noemt dit type paard, wegens zijn bouw ook een barokpaard; tijdens de Renaissance werd met dit paard aan het hof dan ook de klassieke rijkunst beoefend.
Veel andere rassen zijn gebaseerd op dit ras, onder meer de Fries, de Connemara pony en zelfs de Lipizzaner.
De schofthoogte ligt tussen de 1,55 en 1,74 meter.

Dit elegante paard is temperamentvol en moedig maar erg meegaand. Het karakter van de Andalusiër is zo zachtmoedig, dat men in Spanje de hengsten zelden of nooit castreert. Dit paard is moedig, vurig, en wendbaar. En heeft bovendien vaak een natuurlijk vertrouwen in zijn begeleider of berijder. Dit maakte hem een uitstekende bondgenoot in oorlogstijd, en bewijst vandaag nog steeds zijn nut bij het stierengevecht. Het is een eerlijke, trotse en intelligente partner voor de mens, een paard dat graag werkt en snel leert. Bovenal is het ook een zachtmoedig paard, wat erg bijzonder is gezien hun temperament.
Dit paard vertoont zelden wangedrag in de stallingen.

Momenteel wordt het Spaanse paard over de hele wereld gebruikt. Door hun zachte gangen is het aangenaam om met deze paarden te rijden. Hun indrukwekkende gangen zijn vol impuls.

Door zijn hoge knieactie wordt dit paard het in klassieke dressuur niet altijd gewaardeerd. Toch ziet men de elegantie van deze paarden wel aan de Spaanse rijschool. Door hun moed en wendbaarheid zien we ze ook nog gebruikt bij het stierengevecht en het verzamelen van vee.

In Spanje worden deze typisch Spaanse toepassingen van de rijkunst nog steeds beoefend:

    * Doma Classica
    * Alta Escuela
    * Doma Vaquera




Andalusiër, ruin, 7 jaar