Balbetrappen | De hiel van de voorste voet wordt geraakt door de teen van de
achterste voet. Ofwel, in paardenterminologie: de toon van de achtervoet trapt
op de bal van de voorhoef. |
Barema | Een tabel van cijfers aan de hand waarvan een springconcours
wordt gejureerd. Tabel A, bijvoorbeeld, wordt gebruikt bij het springen, en
tabel C bij het rennen. |
Barrage | Een ander woord voor opnieuw rijden of springen voor de eerste
prijs van een springconcours, omdat diverse (of twee) paarden op dezelfde plaats
zijn geëindigd. Het eindresultaat wordt beslist door springfouten, tijdfouten of
een combinatie van beide. |
Beenaktie | De energieke bewegingen van de benen. |
Behang | Veel haren om de benen en vetlokken, wat veel voorkomt bij
trekpaarden en de Fries. |
Bekappen | Het bijsnijden van de hoef, eens in de vier ± zes weken, door
een hoefsmid. |
Beslagen | Het paard draagt hoefijzers. |
Biest | De eerste melk die een veulen drinkt van het moederdier. Deze
melk bevat belangrijke afweerstoffen. |
Bijzetteugels | De bijzetteugels worden aan de ringen van het bit bevestigd en
aan het andere eind aan ringen voor aan het zadel of longeersingel gegespt.
Hiermee wordt gezorgd dat het paard makkelijker afbuigt en
nageeft. |
Bit | IJzeren staaf of gebroken staaf, wat aan het hoofdstel zit en
in de mond van het paard gaat. Aan het bit zitten teugels, waar je het paard mee
kan besturen. |
Bles | Witte streep over de neus, een aftekening. |
Bokken | Pogingen van een rijpaard om de ruiter, of zelfs alleen het
zadel, af te werpen. Het paard doet dit door zijn rug te krommen en,
gelijktijdig, te springen en plotselinge bewegingen te maken. Het paard bokt ook
uit blijdschap als hij wordt losgelaten in de wei of bak. |
Bouw | De manier waarop een paard in elkaar zit, ook wel exterieur
genoemd. |
Bovenarm | Bovenste deel van het voorbeen, boven de knie. |
Bruinbont | Paarden met witte en bruine of voskleurige
vlekken. |
Bruine | Licht-, rood- of donkerbruine vacht met zwarte manen en
staart. |
Byerley Turk | Een Arabische hengst; één van de drie stamhengsten waaruit de
Engels Volbloed is ontstaan. De Byerley Turk werd overmeesterd tijdens de
belegering van Boedapest en door kaptein Byerley mee naar Engeland genomen -
vandaar zijn naam. |